Faalangst bij kinderen

faalangst bij kinderen

Kinderen met faalangst willen graag goed presteren en zijn bang om dingen fout te doen. Ze hebben vaak negatieve gedachten over zichzelf, denken dat ze het niet kunnen of niet aardig gevonden worden. Door deze negatieve gedachten komen ze in een neerwaartse spiraal. Ze raken meer gericht op het negatieve en bouwen steeds meer spanning op. Ze denken dat ze de enige zijn die zo denken en dit ervaren. En voelen zich hierin erg alleen, eenzaam en anders.

Wat is faalangst?

Een kind met faalangst is bang om fouten te maken, bang om te falen.
Faalangst is een situatiegebonden angst, dat wil zeggen dat het zich alleen voordoet in een bepaalde situatie (bv bij het sporten) of gekoppeld is aan een bepaalde taak (bv het maken van een toets). Dat verklaart ook waarom je kind soms last heeft van angsten en op andere momenten goed functioneert.

Signalen van faalangst

Kinderen zijn anders, kinderen zijn verschillend.
Er zijn er zijn dan ook veel verschillende soorten signalen voor faalangst.
Faalangst kun je herkennen door lichamelijke signalen, maar ook door gedragsmatige reacties en/of gedachten die het kind heeft.

Lichamelijke signalen bij faalangst kunnen zijn:
zweethanden, een rood hoofd, vlekken in de nek, veel naar de wc moeten, hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn, misselijk zijn, diarree of overgeven.

Gedragsmatige reacties bij faalangst kunnen zijn:
Druk worden, chaotisch te werk gaan, gaan lachen, overdreven doen, de clown uithangen. Terwijl andere kinderen juist verlegen worden, blokkeren, niets durven te vragen, concentratieproblemen krijgen of een black-out.

Vaak zie je dat een kind met faalangst de gevreesde situatie uit de weg wil gaan. Dus proberen geen spreekbeurt te hoeven doen, uitstellen van een toets, niet meer naar school willen, willen stoppen met sporten, etc.
Door moeilijke situaties uit de weg te gaan, wil een kind de gevoelens van angst vermijden.
Kinderen met faalangst hebben regelmatig negatieve gedachten en/of uitspraken over zichzelf, zoals bijvoorbeeld “Ik kan het niet” of “niemand vindt mij aardig”, “Ik ben hier heel slecht in” of ”Ik kan nooit iets goed doen”.

Hoe kan je een kind met faalangst helpen?

De eerste stap is om de faalangst bij je kind te herkennen en vooral ook te erkennen. Bespreek met je kind wat je ziet, heb begrip voor je kind en laat merken dat je je kind graag wilt helpen.
Probeer een veilige omgeving te bieden voor je kind, verlaag je verwachtingen die je hebt aan je kind (‘leg de lat wat lager’) en help je kind om het zelfvertrouwen te vergroten.

Hoe kan je een kind met faalangst helpen?

Laat je kind merken dat jij denkt dat hij het wel kan, reageer positief op wat je kind probeert, op wat hij doet (en juist niet op wat je kind niet kan).
Geef je kind wat vaker een compliment. Let er daarbij op dat dit niet op de prestatie gericht is, maar juist op het proces (dus het gaat niet om het cijfer, maar om het feit dat je kind goed zijn best gedaan heeft, dat hij goed gewerkt heeft).
En laat je kind merken dat niet alles goed moet gaan, dat foutjes maken mag. Daarbij kun je zelf het voorbeeld geven door ook niet alles perfect te doen. Benoem ook foutjes bij jezelf (bijvoorbeeld als je tijdens het eten koken water knoeit op de vloer of als je bij het boodschappen doen de melk bent vergeten).
En creëer situaties die je kind wel kan, waar je kind goed in is. Deze positieve ervaringen kunnen het zelfvertrouwen stimuleren, het geeft het gevoel van “ik kan het” en “ik heb het goed gedaan”. En benoem dit ook naar je kind.


“Er is slechts één weg naar geluk,
en dat is ophouden met je zorgen maken over dingen
waarop je geen invloed hebt”
 (Griekse filosoof Epictetus)